Soms zijn er van die ontmoetingen of momenten, die maken dat ik verlang naar de geborgenheid van mijn jeugdjaren. De afgelopen week deed er zich zo een voor. Ik ken ze al jaren, ze genoten van het leven in alle opzichten en hij was een zeer vrolijk man, nooit verlegen om een geintje of grap. Nu zit hij stilletjes in een stoel. Zij op een bank er naast en speelt een spelletje op de computer, de tijd doorkomend. Hij is vergeten wie hij was en wie ik ben. Hij ziet er stil zittend nog prima uit, goed gekleed, soms een rake opmerking, soms er helemaal naast. Wat hij niet kan vergeten is de pijn van de voortwoekerende kanker.
Ik kom even langs om een hart onder de riem te steken. Meer kan ik niet, dan zeggen dat ze altijd mogen bellen als er iets nodig is. 'Het is niet anders' zegt hij, ' je moet het uitzitten!' Ik voel dat ik verlang naar zachtheid geven, tegen al die hardheid van 'het is niet anders'. Ikzou geborgenheid en troost willen geven, die past bij de man met zijn grappen en de vrouw met haar oefening in geduld. Ik weet; het is allemaal van mij. Mijn oefening in geduld omdat er zoveel is dat trager gaat en' nu eenmaal zo is'. Soms verlang ik naar de bruisendheid van mijn puberteit, met daarbij de warmte en aardigheid van vertrouwde mensen, om mij heen.
Daar gaat het Over... zien, ervaren, angst voor wat komt en sterk worden in 'hoe' verder. Geloven in een sprookje van aardige en warme menselijke ontmoetingen. Soms een beetje geholpen door niet alles meer te herinneren, te weten. Wat zou het mooi zijn, niet alles alleen of zelf te hoeven doen, maar steun, veiligheid en warmte te voelen van hen met wie je het leven deelt. Het is anders... daar moet Over... gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten